Flaneren en schuifelen
Laatst was ik weer eens op één van de vele boulevards hier, genietend
van het licht en de warmte in dit land. Vanaf een bankje sloeg ik de flanerende
menigte mensen gade. Iedereen met een eigen reden en met een eigen doel.
Keuvelende mensen, stille mensen. Sommigen hand in hand, andere achter elkaar
aan sjokkend en kijkend naar de grond. Kinderen op skateboards, kleine groepjes
joggers al slalommend tussen die menigte door laverend.
Op een gegeven moment viel mijn oog op een oude man, die
voorzichtig schuifelend naderbij kwam. Met enigszins uitgestrekte arm, droeg
hij een vogelkooitje voor zich uit met een doek er over. Ondanks die doek liet
het diertje zich niet de snavel snoeren. “Luidruchtig knaapje zeg.”: sprak ik
vrolijk. En - zoals dat hier meestal gaat als je iets tegen iemand zegt – trok
hij mij direct in zijn verhaal. “Jazeker, dit is een kampioentje hoor.”: zei
hij triomfantelijk. Hij legde uit op weg te zijn naar zijn maatjes, voor een
wedstrijdje “Beste fluiter”. “Niks officieels hoor, het is gewoon de eer mijn
vriend.” Ja, in Malta spreekt men je al snel aan als vriend en soms zelfs ook
als broer. Nou ja, erg vriendelijk vind ik het wel.
Mijn zogenaamde vriend bleef praten en vertelde uitvoerig
over zijn vogeltje. Hij haalde de doek van de kooi, wat het diertje onmiddellijk
aanzette nog harder te gaan fluiten. Zo bleef het mannetje maar praten en zijn
vogeltje maar fluiten. Het werd ook al maar luider en zij leken samen een voorproefje
op het op stapel staande wedstrijdje te zijn begonnen. Ik gaf mij over en was
de geanimeerde en geduldige toeschouwer.
Kooitjes en ruimte
Met behulp van wat non verbale en beleefde signalen mijnerzijds, legde de man de doek weer over het kooitje en vervolgde al schuifelend zijn weg. Ik bleef nog even op mijn bankje in het zonnetje zitten en liet het omgevingsgeluid in mij verstillen. In die stilte vroeg ik mij af waarom iemand een vogel gevangen wil houden. Uitgerekend dat wezen dat behalve de twee dimensionale bewegingsruimte waar wij ons als mens in bewegen, ook nog een
derde dimensie heeft waar het zich in kan bewegen, namelijk die van het luchtruim. Wat een enorme extra ruimte heeft een vogel eigenlijk ten opzichte van ons en wat bizar dat mensen zich permitteren die ruimte te beperken tot een kooitje met als rechtvaardiging dat wij het diertje niks te kort doen, omdat het toch niet beter weet en omdat men beweert er toch goed voor te zorgen. Dat voelt voor mij tamelijk pretentieus, zo niet arrogant.
Enfin, het is geenszins mijn bedoeling wie dan ook te veroordelen.
Ik realiseerde mij slechts, al zittend op dat bankje in mijn twee dimensionale
ruimte, dat ik geen levend wezen meer zou willen opsluiten. “Niet meer”:
schrijf ik, want ik heb wel degelijk dieren opgesloten. Als klein kind al had
ik een cavia en tijdens mijn huwelijk hadden wij paarden op stal. Die door mij
gesteunde vrijheidsbeperking van die dieren heb ik toch altijd wel latent
gevoeld, zelfs al als heel jong kind.
Macht over vrijheid
Het is een buitengewoon grote verantwoordelijkheid om macht
over vrijheid te hebben. Het gaat daarbij zeker niet alleen om de macht over de
vrijheid van de dieren, maar ook over onze eigen vrijheid en over die van andere
mensen.
Wij gunnen onszelf en elkaar vrijheid, maar begrenzen die
vrijheden ook. Wij leven in groepen waarbinnen sociale en juridische kaders gelden
en dat is belangrijk, want zonder die grenzen zou vrijheid niet bestaan.
Vrijheid nemen en geven is een verantwoordelijk naar elkaar.
Het gaat over het accepteren van afbakeningen en je houden aan de spelregels. Wij
voldoen aan verwachtingen, komen verplichtingen na en sluiten compromissen
enzovoort. Binnen onze persoonlijke waarden en normen. Dat geeft doorgaans een
warm en veilig gevoel. Alles is duidelijk en iedereen weet wat mag, wat hoort
en wat niet hoort. Dat geeft steun en rust.
We leven in kooitjes
Toch kan het na verloop van tijd ook beklemmend gaan voelen. De één wil meer vrijheid de ander vreest juist te veel ruimte. Soms voel je dat anderen te veel macht over jou uitoefenen en jou in je vrijheid beperken. Ik dacht weer aan dat gekooide vogeltje en realiseerde mij dat wij eigenlijk allemaal in een soort van kooitjes leven. Het begint in ons kleinste kooitje, als we onszelf bevrijden uit de baarmoeder en het eindigt in ons laatste kooitje, de kist. Daar tussenin speelt ons leven zich af en komen wij steeds in andere kooitjes terecht. Dat gaat ons hele leven door. In al die kooitjes leren wij de regeltjes en de uitzonderingen kennen, maar ook de controversen.Steeds weer nieuwe situaties, met steeds weer veranderende
regeltjes. Zo fladderen wij door het leven, van ons ene naar ons ander kooitje.
De bekendste voorbeelden van onze kooitjes vind ik de opvoeding, school, werk, huwelijk,
vriendschap, familie, club, vereniging, enzovoort.
Passende kooitjes
Als je verlangt naar meer vrijheid, of als juist meer ruimte
je angstig maakt. Dan kan je er beter wat aan doen, maar hoe kom je uit jouw
kooitje en durf je het wel? Of blijf je liever zitten wachten op betere tijden,
weliswaar veilig in je kooitje, maar niet echt gelukkig? Wij zijn nou eenmaal
bang voor veranderingen.
Maar hoe ongelukkiger je je voelt, hoe meer het besef groeit
dat je wel zou willen uitvliegen. Uitbreken en uitwijken naar iets nieuws, maar
je huidige kooitje is nog op slot. Hoe kom je daar uit en wie heeft de sleutel?
Tja, die situaties heb ik in mijn leven al menigmaal gekend en zij bleven maar terugkomen.
Er leek geen uitweg. De kooitjes zijn en blijven dicht, dacht ik steeds.
Uitvliegen
Het duurde vaak heel lang, maar telkens kwam weer dat moment dat ik zo graag wilde ontsnappen, dat ik niet langer wilde wachten en niet meer dacht aan sloten en sleutels. Al dan niet in verzet, of onder protest vond ik uiteindelijk toch de deurtjes van al mijn kooitjes en tot mijn verbazing bleek steeds vaker dat die nooit op slot bleken te zijn.Ik ben vaak te lang in mijn kooitjes blijven hangen, vooral
toen ik nog veel jonger was. Mijn excuus was dat ik dacht dat ik geen sleutel
had, of dat ik dacht dat alleen anderen een sleutel hadden. Het waren de
anderen die de sleutels hadden om mij naar buiten, of terug naar binnen te laten
gaan en om deurtjes op slot te doen, of te laten. En ja, de anderen hebben
weliswaar die sleutels, maar wat doet het er toe?
Het belangrijkste dat ik leerde, is dat er maar één iemand
is die geen sleutels nodig heeft, omdat diegene juist de loper is die past op
alle deurtjes van alle kooitjes, er in of er uit. En die loper, die ben ik
zelf. En ik geloof dat dat voor iedereen geldt. Jij bent zelf de loper en kunt
uitvliegen wanneer jij dat maar wilt.
Loper naar de vrijheid
Na het openen van de deurtjes is het niet direct makkelijker. Immers de grond onder je voeten verdwijnt en vrijwel alle zekerheden verdampen. Je bent volledig buiten je comfortabele zone. Zo griezelig en zo eenzaam. Waar ga je heen en is er ook een weg terug? En als die terugweg er al is, wíl je dan nog wel terug? Zijn jouw deurtjes nog open, of hebben anderen die inmiddels dichtgedaan en zouden ze dit keer niet toch op slot blijken te zijn? Hoe dan ook, het uitvliegen voelt onzeker en angstig, maar blijf je bewust dat jij de loper bent van alle deurtjes. Loper naar de vrijheid. Vlieg uit naar jouw vrijheid.
Tja, ineens had ik opnieuw
erg te doen met dat vogeltje, dat kampioentje in dat kooitje, op weg naar die
wedstrijd om te winnen voor ‘t baasje. Ik zat daar op dat bankje in mijn
zonnige twee dimensionale bewegingsruimte en ik had te doen met dat arme zangertje.
Ik dacht, als ik de
loper ben die uit alle kooitjes weg kan vliegen, terwijl dat gevleugelde
schreeuwertje niet eens zijn kooitje uit kan lópen….. Ach, ’t is sneu, maar zo
is het dan.
Straks een wijntje
voor wat afleiding……
© TrefMij maart 2021
No comments:
Post a Comment
COMMENTS TO: trefmij@gmail.com