27 August 2020

Ongemakkelijk kennismaken


 
Waar laten wij ons door leiden en waar lijden wij het meest onder? 

Lees dit verhaal, lees over mijn ontmoeting en laat je gedachten toe.

Bankje onder de olijfbomen

Onlangs zat ik in een klein, knus parkje op een bankje onder de olijfbomen. In de schaduw, want de zon had de dag inmiddels weer ver boven de dertig graden weten op te stuwen. Geen weer voor fysieke inspanningen, maar in de schaduw met een bries vanuit de zee is het heerlijk om na te denken en om te schrijven.

Monotoon mantra

Het was stilletjes in het park. Een moeder met een baby in een kinderwagen en een ander spelend kind, een groepje jongeren die met elkaar in gesprek waren en ik op dat bankje, in gedachten. Het geroezemoes van de aanwezigen, aangevuld met dat van de voorbijgangers werd af en toe overstemd door lawaaierige motoren en toeterende auto’s. Het totaal van dat geluid werd in mijn concentratie een monotoon mantra dat ik naar mijn achtergrond verplaatste en waarop ik mijn ideeën liet rijpen.

Hoog bejaard

Na verloop van tijd verscheen een hoog bejaard stelletje in het park. Hij droeg een mondkapje dat bijna heel zijn gezicht bedekte. Zij droeg geen enkele bescherming. Samen schuifelden zij wat rond en aarzelden zichtbaar over op welk bankje zij zouden gaan zitten. Er waren niet echt nog veel vrije bankjes die geheel in de schaduw lagen. En een bankje delen is in deze corona periode ongewenst. Op Malta geldt twee meter fysieke afstand houden en de bankjes schat ik op nauwelijks iets meer dan die twee meter.

Hun bankje

Uiteindelijk zijgden zij neer op hun bankje zo’n meter of dertig bij mij vandaan. Het bladerdek van de olijfbomen dat hun bankje schaduw gaf was beduidend dunner dan dat boven mijn bankje. Even aarzelde ik of ik dit aandoenlijke tachtig -, of misschien wel negentig plus stelletje, mijn bankje zou aanbieden. Deze gedachte vervloog in seconden en ik voegde nog wat regels toe aan wat ik aan het schrijven was.

Uit mijn gedachten

De tijd verstreek en het hoog bejaarde stel ebde weg uit mijn gedachten tot dat ik plotseling opmerkte dat zij weer waren opgestaan en zij zich in mijn richting bewogen. Even dacht ik dat zij wellicht van plan waren om toch naast mij op mijn bankje te komen zitten, omdat zij het te warm vonden worden. Al snel echter begreep ik het. Het bankje direct naast mij was vrijgekomen. De man die daar had gezeten was vertrokken. Hij had wel wat achtergelaten. Het leek een plastic zakje. 

Hun nieuwe plekje

Zij waren onderweg naar het vacante bankje. Traag, maar vastbesloten. Ik merkte dat ik een half oogje in het zeil hield om te voorkomen dat in de tijd die zij nodig hadden om het vacante bankje te bereiken er iemand anders zou gaan zitten die niet kon weten wat ik wist. Voor mij was het duidelijk, dat zou hun nieuwe plekje worden.

Gelukkig was mijn hulp niet nodig. De vrouw ging zitten en gaf mij een vriendelijk knikje. De man keek niet naar mij. Hij had zijn oog laten vallen op dat achtergelaten plastic zakje.

Het plastic zakje

De oude man boog zich voorover om het plastic zakje beter te kunnen zien. Ik vermoedde dat hij wilde weten wat er in zat. Zijn vrouw sloeg het gade en gaf mij de indruk dat het het beste was dat zij hem zijn gang liet gaan.

Ik werd toch ook wel nieuwsgierig naar de inhoud van het plastic zakje, dus liet ik mijn geschrijf voor wat het was en begon mij te concentreren op hoe dit verder zou gaan.

Het onderzoek

Inmiddels was de man teruggegaan naar hun vorige bankje. Het onderzoek had zich kennelijk uitgebreid en ik zag hem een rietje van de grond oprapen. Een zwart rietje dat daar was achtergelaten. Mogelijk dat hij dat daar zelf had achtergelaten. Ik kon het niet weten.

Op hun nieuwe plekje zat zijn vrouw hem geduldig op te wachten. Daar weer aangekomen begon hij met het rietje in het plastic zakje te prikken. Ineens had ik door dat hij het plastic zakje met het rietje wilde optillen en naar een afvalbak wilde brengen. Het belangrijkste leek het te zijn dat hij het zakje niet met zijn handen aanraakte.

De verlossing

Wij waren met zijn drieën. De oude vrouw, de oude man en ik zijnde de iets minder oude man. Ieder had een persoonlijk gevoel bij deze situatie. De vrouw wilde haar man laten gaan. De man wilde dat zakje weggooien voordat hij naast zijn vrouw durfde te gaan zitten. En ik zag het met lede ogen aan. Ik keek naar het tafereeltje en naar het gepruts met dat rietje dat tot niets leidde.

Ik stond op en liep op hen af. Zonder veel te zeggen pakte ik het plasticzakje met mijn hand op en liep er mee naar de dichtstbijzijnde prullenbak waar ik het in gooide. De man ietwat onthutst, volgde mij met zijn rietje en gooide dat daar weg.

Nadat wij beiden ons stukje afval hadden weggegooid leek alles klaar. De man schopte echter nog even een paar ijsklontjes weg die kennelijk uit het plastic zakje waren gevallen, maar ging daarna naast zijn vrouw zitten.

Ik was blij dat hij nu eindelijk lekker in de schaduw op het bankje zat naast zijn geduldige vrouw. En inmiddels was ook ik weer op mijn bankje neergedaald en dacht na over waar ik gebleven was met wat ik aan het schrijven was.

Kennismaking

Plotseling voelde ik iemand dichtbij. Alsof je in een winkel naast een paspop komt te staan en het net is alsof dat een echte persoon is en je het gevoel hebt dat je te dichtbij bent.

Hoe dan ook, de oude man stond plots bij mijn bankje. Hij reikte mij zijn hand. Ik stond op en was verward. Hij pakte met zijn ene hand mijn hand en met zijn andere hand mijn pols. Dank u wel sprak hij. Dank voor uw begrip, voor uw geduld en voor uw hulp.

Hij gaf mij zelfs zijn naam …….. Ik keek in zijn oude, vriendelijke ogen. Ik zag zijn onzekerheid. Hij raakte mij diep en maakte mij sprakeloos.

Vandaag ben ik door deze kennismaking nog steeds wat verward……..

 

 

© TrefMij augustus 2020

No comments:

Post a Comment

COMMENTS TO: trefmij@gmail.com